Zekerheidstelling voorafgaand aan tenuitvoerlegging

Geplaatst door: Willem van Agt

De tenuitvoerlegging of executie van een vonnis kan grote gevolgen hebben. In eerdere blogs is toegelicht dat de wet twee mogelijkheden biedt om tenuitvoerlegging alsnog te voorkomen: schorsing van de tenuitvoerlegging in hoger beroep of in kort geding.

Daarnaast is het mogelijk om de tenuitvoerlegging niet te schorsen, maar in plaats daarvan de voorwaarde te stellen dat er zekerheid moet worden gesteld. Hiermee heeft de geëxecuteerde de zekerheid dat schade als gevolg van de executie kan worden verhaald. Uiteraard na een succesvol hoger beroep en daarmee een onterechte executie.

Maatstaf zekerheidstelling executie

Bij aanvang van het hoger beroep of cassatie kan voorafgaand aan de inhoudelijke beoordeling een incident tot zekerheidstelling worden opgeworpen. In hoger beroep kan dit op grond van artikel 351 Rv. In cassatie op grond van artikel 418a Rv.

Net als bij schorsing van de tenuitvoerlegging geldt voor zekerheidstelling de volgende maatstaf:

Een uitgesproken veroordeling dient ook uitvoerbaar te zijn. Dat is het uitgangspunt. Bij onterechte executie is de executant risicoaansprakelijk. Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist. Dit moet dan zwaarder wegen dan het belang van degene die de veroordeling in de uitspraak heeft verkregen. Het gaat dus om een belangenafweging. De kans van slagen van het rechtsmiddel (hoger beroep of cassatie) mag niet meewegen.

Nuttig middel

Hoewel de maatstaf voor zekerheidstelling gelijk is aan de maatstaf voor schorsing van de tenuitvoerlegging, lijkt dit een praktisch middel. Dit is minder vergaand dan schorsing, ook al is de maatstaf hetzelfde. Zeker in gevallen waarin het uitsluitend gaat om geldelijk belang. En dus de (on)mogelijkheid dat de executant terugbetaald na een succesvol hoger beroep. De executant kan executeren en tegelijkertijd zekerheid krijgen over de betaling van de vordering. Terwijl de geëxecuteerde zekerheid kan krijgen dat er wordt terugbetaald na een succesvol hoger beroep. Dit zonder de tenuitvoerlegging te schorsen.

Zo werd recent in cassatie een zekerheidstelling als voorwaarde opgelegd, omdat er sprake was van een restitutierisico. Met de kanttekening dat de executant in dit geval het gestelde restitutierisico simpelweg onvoldoende heeft betwist.

Dat het stellen van zekerheid voor een partij feitelijk onmogelijk is en zal leiden tot feitelijke schorsing van de tenuitvoerlegging is niet relevant. Sterker, dat is juist een extra indicator voor een restitutierisico.

Vragen over zekerheid als voorwaarde voor tenuitvoerlegging?

Heeft u vragen over zekerheidstelling als voorwaarde voor tenuitvoerlegging? Wilt u in hoger beroep en voorkomen dat het vonnis ondertussen ten uitvoer wordt gelegd? Heeft u een andere vraag van procesrechtelijke aard? Neemt u dan gerust contact op met advocaat Willem van Agt van Flinck Advocaten, via telefoonnummer 020 – 26 10 234 of per e-mail: [email protected].