Onrechtmatige executie van een vonnis of hypotheek

Geplaatst door: Willem van Agt

Wanneer u een geldvordering hebt op een ander, dan wilt u dat de betaling spoedig rond is. In de praktijk gaat dit geregeld niet zonder problemen. De schuldenaar weigert te betalen of zegt niet te kunnen betalen. Zelfs niet nadat er een vonnis van de rechter ligt. De schuldeiser heeft in dat geval verschillende mogelijkheden om te executeren. De schuldeiser kan zich verhalen op het gehele vermogen van de schuldenaar, zo blijkt uit artikel 3:276 BW. Dit kan door middel van een executietraject. In principe mag een schuldeiser overgaan tot executie. Dit betekent niet dat een executie nooit onrechtmatig kan zijn. In dit blog gaan we in op de vraag wanneer er sprake is van een onrechtmatige executie.

Zekerheidsrechten of niet?

Belangrijk daarbij is dat er verschillende soorten schuldeisers bestaan. Zo wordt er bij een geldlening vaak gebruik gemaakt van een zekerheidsrecht. Het hypotheekrecht is hier een voorbeeld van. De hypotheekhouder kan zich verhalen op het onderpand op het moment dat de hypotheekgever niet overgaat tot terugbetaling. Dit heet het recht van parate executie. Daarnaast bestaan er ook ‘gewone’ schuldeisers – schuldeisers die geen zekerheidsrecht kennen. Deze kennen een minder sterke positie dan de hypotheekhouder. De gewone schuldeiser zal eerst moeten beschikken over een executoriale titel. Vaak is dit een gerechtelijk vonnis of een notariële akte. Daarnaast dient deze ‘gewone’ schuldeiser eerst executoriaal beslag te leggen op het (on)roerende goed van de schuldenaar.

Executie onrechtmatig

Ook met een executoriale titel of het recht van parate executie kan de executie onrechtmatig zijn. Zo kan het vonnis later/achteraf in hoger beroep vernietigd worden. Heeft de schuldeiser in de tussentijd al executiemaatregelen getroffen, dan zijn deze onrechtmatig. Als de schuldenaar hierdoor schade heeft geleden, dan is de schuldeiser risicoaansprakelijk voor de veroorzaakte schade. Dat geldt ook als de hypotheekhouder achteraf ten onrechte heeft geëxecuteerd. Bijvoorbeeld omdat de vordering (nog) niet opeisbaar was.

Daarnaast kan er sprake zijn van misbruik van bevoegdheid. Een schuldeiser maakt misbruik van zijn executiebevoegdheden als hij geen redelijk te respecteren belang heeft bij de executie. Dit mede gelet op de belangen van de schuldenaar die daardoor geschaad kan worden. Bijvoorbeeld omdat de opbrengst van de executie te weinig zal opleveren. Of juist wanneer de vordering in wanverhouding staat met het te executeren goed. Ook kan er sprake zijn van misbruik van recht. Dat is het geval als de executoriale titel een kennelijke misslag kent of door de executie een noodtoestand ontstaat. De rechter dient terughoudend op te treden bij misbruik van bevoegdheid of recht. Bij de gewone schuldeiser heeft een rechter zich vaak al over de onderhavige vordering gebogen. Namelijk bij het verkrijgen van de executoriale titel.

Dat geldt te meer bij executie uit hoofde van een hypotheekrecht. De hypotheekhouder heeft op basis van de wet immers het recht van parate executie. Er moet dus sprake zijn van bijzondere bijkomende omstandigheden om van misbruik van bevoegdheid te kunnen spreken. Daarvan zal niet snel sprake zijn, maar het is wel mogelijk afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden.

Meer weten over onrechtmatige executie?

Heeft u vragen over onrechtmatige executie? Bent u het niet eens met de executie van een vonnis of hypotheek? Stelt uw schuldenaar dat sprake is van onrechtmatige executie? Of wilt u meer informatie over de mogelijkheid tot executie? Neemt u dan gerust contact op met advocaat Willem van Agt van Flinck Advocaten, via telefoonnummer 020 – 26 10 234 of per e-mail: [email protected].