Schadevergoeding na een strafbaar feit
Geplaatst door: Flinck Advocaten
Een dader van een strafbaar feit kan strafrechtelijk worden veroordeeld. Er wordt dan een strafvonnis gewezen. Met alleen dit strafvonnis is nog niet de schade van een slachtoffer of van diens nabestaanden vergoed. Schadevergoeding na een strafbaar feit vereist een aparte procedure. Schadevergoeding kan worden afgedwongen via de strafrechter. Maar ook via de civiele rechter. Flinck Advocaten over het afdwingen van schadevergoeding na een strafbaar feit, met nadruk op de civielrechtelijke route.
Schadevergoeding via de strafrechter
Schadevergoeding na een strafbaar feit kan worden afgedwongen via de strafrechter. Hoewel een strafproces is gericht op het handelen van de dader en niet op schadevergoeding, kan het slachtoffer zich in het strafproces “voegen”. Hierdoor wordt een schadevergoedingsprocedure binnen het strafproces opgestart. Via deze route kan schade worden toegekend. De kans bestaat echter ook dat een strafrechter schadevergoeding niet toewijst, maar het slachtoffer naar de civiele rechter verwijst.
Schadevergoeding via de civiele rechter
Als een civiele schadevergoedingsprocedure wordt gestart, dan vordert men doorgaans de financiële en immateriële schade (“smartengeld”). Deze vordering wordt gegrond op de ‘onrechtmatige daad’ van artikel 6:162 BW. Voor een onrechtmatige daad is onder meer vereist: een toerekenbare onrechtmatige gedraging (bijvoorbeeld handelen in strijd met een wettelijk voorschrift), schade en een causaal verband tussen de gedraging en de geleden schade.
Om de civiele rechter te overtuigen van een onrechtmatige daad, zal de eiser alle wettelijke elementen van de onrechtmatige daad moeten onderbouwen en met feiten aantonen. Soms is dat complex en is het onzeker of de bewijsvoering zal slagen. Na een strafrechtelijke veroordeling hoeft dat niet zo te zijn.
Strafvonnis is dwingend bewijs voor de civiele rechter
In een strafvonnis kunnen gedragingen en omstandigheden zijn vastgesteld die één of meerdere elementen van de onrechtmatige daad inkleuren. Een civiele rechter zal alle feiten in een strafvonnis voor waar aannemen omdat dit vonnis zgn. ‘dwingende bewijskracht’ heeft. Dit volgt uit artikel 161 Rv. Deze bewijskracht geldt niet alleen jegens een dader, maar ook tegenover anderen. Bijvoorbeeld een werkgever die aansprakelijk wordt gesteld voor het (strafbaar) handelen van zijn werknemer.
Overigens is het niet vereist dat aan de dader een sanctie of maatregel is opgelegd door de strafrechter. Ook als een verdachte is vrijgesproken kunnen in dat strafvonnis gedragingen en omstandigheden zijn vastgesteld die één of meerdere elementen van de onrechtmatige daad inkleuren. En ook dat vonnis heeft dwingende bewijskracht.
Schade verhalen als slachtoffer of als betrokkene?
Een slachtoffer kan met een strafvonnis in de hand de civiele rechter verzoeken om schadevergoeding toe te wijzen. Een schadeveroorzakend feit dat door een strafrechter is vastgesteld, wordt vanzelfsprekend ook door een civiele rechter voor waar aangenomen indien nabestaanden de dader aansprakelijk stellen voor hun schade (zoals begrafeniskosten of gederfd levensonderhoud).
Meer informatie?
Afdwingen van schadevergoeding na een strafbaar feit kan met een strafvonnis in de hand. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Flinck Advocaten op telefoonnummer 020 – 26 10 234 of per e-mail: [email protected]
Flinck Advocaten
Advocaat
Bij Flinck Advocaten houden we ons met name bezig met het procederen en adviseren op het gebied van ondernemingsrecht, vastgoedrecht, verbintenissenrecht, beslag, executie en faillissementsrecht.