Koop van bouwkavel: schriftelijkheidsvereiste niet van toepassing

Geplaatst door: Willem van Agt

De Hoge Raad heeft recent geoordeeld dat het bekende schriftelijkheidsvereiste niet van toepassing is op de koop van een bouwkavel. In dit geval een bouwkavel met al de bestemming ‘wonen’. Oplettendheid bij de koop van een bouwkavel is dan ook noodzakelijk. Zowel de verkoper als de koper kan sneller gebonden zijn aan de koop dan verwacht. Of zelfs sneller dan gewenst.

 

Schriftelijkheidsvereiste artikel 7:2 lid 2 BW

In de wet is bepaald dat voor de koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak door een consument een schriftelijke koopovereenkomst is vereist. De tussen partijen opgemaakte koopovereenkomst moet door beide partijen ondertekend worden. Een overeenkomst per e-mail of WhatsApp is nietig. Dat geldt ook voor een mondelinge overeenkomst. Een dergelijke overeenkomst kan dus niet worden afgedwongen. Niet door de koper en niet door de verkoper.

 

Oordeel Hoge Raad

De rechtbank Overijssel zag zich recent geconfronteerd met de vraag of daar bij een bouwkavel sprake van is. Op het kavel rustte namelijk de publiekrechtelijke bestemming ‘wonen’. Daarbij heeft de rechtbank gebruik gemaakt van de mogelijkheid om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.

Onder ‘een tot bewoning bestemde onroerende zaak’ moet worden verstaan een gebouw of gedeelte daarvan dat woondoeleinden dient. Beslissend is of de verkoper zich heeft verplicht om een woning te leveren. En andersom uiteraard de vraag of de koper zich heeft verplicht een woning af te nemen. Voor de kwalificatie zijn de rechten en verplichtingen die partijen zijn overeengekomen bepalend. Of er (al) sprake is van een woning ten tijde van koop is niet doorslaggevend voor een antwoord op die vraag.

De Hoge Raad oordeelde daarom dat er geen sprake is van een koopovereenkomst in de zin van artikel 7:2 lid 1 BW. En dus geen sprake is van een schriftelijkheidsvereiste. De verkoper had zich tegenover de koper slechts verplicht tot het leveren van een perceel grond. Dus zonder woning. Dat het perceel de publiekrechtelijke bestemming ‘wonen’ heeft maakt dat niet anders. Ook indien het perceel als bouwkavel is verkocht is geen schriftelijkheidsvereiste van toepassing. Zelfs niet indien de verkoper weet dat de koper het voornemen heeft om op het perceel een woning te (laten) bouwen.

 

Vragen over vastgoedrecht?

Heeft u een vraag over het schriftelijkheidsvereiste of bent u op zoek naar een gespecialiseerde advocaat vastgoedrecht, neemt u dan gerust contact op met advocaat Willem van Agt op telefoonnummer 020 – 26 10 234 of e-mail: [email protected].