Wat houdt een bankgarantie in?
Geplaatst door: Vincent Melens
Veel mensen kennen de bankgarantie als het gaat om het kopen van een huis. De bank staat garant tegenover de verkoper voor het nakomen van een koopovereenkomst door de koper. Er bestaan echter nog veel meer situaties waarbij een bankgarantie van pas kan komen. Maar wat is een bankgarantie precies? Hoe werkt de bankgarantie? En in welke gevallen wordt er gebruik gemaakt van een bankgarantie? Advocaat mr. Vincent Melens van Flinck Advocaten over de bankgarantie.
Wat is een bankgarantie?
Een bankgarantie is een verbintenisrechtelijk zekerheidsrecht. Dat betekent dat de inhoud en strekking van een bankgarantie is gebaseerd op een overeenkomst die de betrokken partijen hebben gemaakt. Daarmee verschilt de bankgarantie van zakelijke zekerheden zoals een pandrecht of hypotheekrecht.
Een voorbeeld
Kenmerkend aan de bankgarantie is dat een partij (vaak is dat een bank) zich verbindt om op eerste verzoek tot betaling over te gaan. Een voorbeeld:
A koopt een huis van C. De afspraken worden vastgelegd in een koopovereenkomst tussen A en C. In deze koopovereenkomst is tevens bepaald dat A een bankgarantie moet stellen ten behoeve van C voor een bedrag van 10% van de koopsom. A vraagt daarvoor aan B (bank) om een bankgarantie af te geven aan C. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
Komt A (koper) zijn verplichting uit de koopovereenkomst niet na (bijv. doordat de koopsom niet wordt betaald), dan kan C (verkoper) aan de B (bank) vragen om tot betaling over te gaan.
Het kan gaan – zoals in dit voorbeeld – om een verplichting die bestaat op basis van een contract. Maar het kan ook gaan om een verplichting tot schadevergoeding die bestaat op grond van de wet: bijv. een onrechtmatige daad.
Overeenkomst van lastgeving
Tussen A (de koper) en B (de bank) ontstaat ook een overeenkomst. Dit is een overeenkomst van lastgeving (artikel 7:414 BW). Op grond van deze overeenkomst ontstaan er voor de Bank twee hoofdverplichtingen.
- De Bank moet ten behoeve van C (verkoper) een bankgarantie stellen. Dit doet B (bank) in zijn eigen naam. Maar wel voor rekening en risico van de A (koper). A (koper) kan hierbij instructies geven aan de B (bank). Die moet deze ook opvolgen. Daarbij heeft B (bank) wel een zorgplicht jegens de A (koper). B (bank) heeft immers zelf geen belang bij de bankgarantie of de inhoud daarvan.
- B (bank) moet zorgvuldig onderzoeken of aan de voorwaarden uit de garantieovereenkomst is voldaan. Pas daarna kan B (bank) overgaan tot betaling aan C (verkoper).
Verhoudingen tussen partijen
Zoals gezegd bestaat er tussen de B (bank) en A (koper) een overeenkomst van lastgeving. Als B (bank) voldoet aan bovenstaande voorwaarden en betaalt aan C (verkoper), dan heeft B (bank) een regresvordering op de A (koper). Dit betekent dat B (bank) betaling van A (koper) kan verlangen. Vaak is deze betalingsverplichting gezekerd met een zogenaamde contragarantie.
Op basis van de overeenkomst tussen A (koper) en B (bank) heeft B (bank) ook de plicht om te onderzoeken of aan de gestelde voorwaarden van de bankgarantie is voldaan. Als B (bank) deze zorgplicht schendt, dan schiet hij tekort jegens A (koper). Er ontstaat dan een schadevergoedingsverplichting voor B (bank). De regresvordering van B (bank) op de A (koper)vervalt dan ook.
Algemene bankvoorwaarden
Als banken een overeenkomst met iemand sluiten maken zij gebruik van de Algemene Bankvoorwaarden. Alle banken in Nederland hebben dezelfde Algemene Bankvoorwaarden. De Algemene Bankvoorwaarden zijn van toepassing op de verhouding tussen A (koper) en B (bank). Dit betekent dat B (bank) – ook op basis van de Algemene Bankvoorwaarden – verplicht is om zorgvuldig te handelen. B (bank) moet altijd rekening houden met de belangen van A (koper). Hij heeft zelf immers geen belang bij de bankgarantie. Ook op grond van de Algemene Bankvoorwaarden geldt er dus een zorgplicht voor B (bank).
De verhouding tussen C (verkoper) en B (bank)
Als het gaat om de verhouding tussen de C (verkoper) en B (bank), is er een belangrijke plicht voor de C (verkoper). Het is namelijk de eigen verantwoordelijkheid van C (verkoper) om na te gaan of de bankgarantie wel voldoet aan de kenmerken die C (verkoper) met de A (koper) heeft afgesproken. B (bank) hoeft niet na te gaan of de vordering van C (verkoper) op de A (koper) rechtmatig is. Er bestaat dus geen vergaande onderzoeksplicht voor B (bank). B (bank) moet alleen onderzoeken of het verzoek afkomstig is van C (verkoper), of aan de garantievoorwaarden is voldaan en of het verzoek ook op tijd is ontvangen. Daarna kan B (bank) overgaan tot betaling aan C (verkoper). Als achteraf blijkt dat C (verkoper) ten onrechte de bankgarantie heeft ingeroepen, dan heeft C (verkoper) daardoor mogelijk onrechtmatig gehandeld ten opzichte van A (koper).
De bankgarantie voor het opheffen van beslag
Ook in andere gevallen kan een bankgarantie een oplossing bieden. Op grond van artikel 705 Rv. is een beslagleggen gehouden om een conservatoir beslag op te heffen als er ‘voldoende zekerheid’ wordt gesteld. In de rechtspraak is aangenomen dat een bankgarantie wordt aangemerkt als ‘voldoende zekerheid’. De beslaglegger is in dat geval gehouden om de beslagen op te heffen. Gebeurt dat niet, dat bestaat er de mogelijkheid om in kort geding opheffing van het beslag te vorderen.
Meer informatie?
Wilt u meer weten over de bankgarantie of wilt u graag advies met betrekking tot het inroepen van een bankgarantie? Neem dan vrijblijvend contact op met mr. Vincent Melens Flinck Advocaten via 020 – 26 10 234 of per e-mail: [email protected]
Vincent Melens
Advocaat
Bij Flinck Advocaten houdt Vincent zich met name bezig met het procederen en adviseren op het gebied van ondernemingsrecht, vastgoedrecht, verbintenissenrecht, beslag, executie en faillissementsrecht.