Schade in de VvE? Start een kort geding

Geplaatst door: Flinck Advocaten

In uw VvE kan het voorkomen dat er gebreken aan het pand zijn waarvoor een eigenaar aansprakelijk is. Dit kan de VvE noodzaken de eigenaar te sommeren maatregelen te nemen en aan te kondigen dat hij een boete verbeurt als dat uitblijft. Mocht herstel spoedeisend zijn en kan er niet worden gewacht op de eigenaar, dan kan een kort geding procedure uitkomst bieden. Flinck Advocaten over het starten van een kort geding door een VvE.

Kenmerken van het kort geding

De VvE kan een kort geding starten. Het is daarbij raadzaam om als VvE hierover te vergaderen met alle eigenaars. De VvE zal een vergaderbesluit tot het starten van een kort geding moeten nemen. Doorgaans zal de vergadering ook een volmacht aan het bestuur hiervoor moeten verlenen.
Een kort geding procedure start met het aanvragen van een zittingsdatum. Daarvoor stuurt de advocaat van de eisende partij een concept dagvaarding naar de rechtbank die vervolgens een datum bepaalt voor de mondelinge behandeling. Tijdens deze zitting kunnen eiseres (VvE) en gedaagde (eigenaar) hun standpunten uiteenzetten.
Na de mondelinge behandeling geeft de Voorzieningenrechter zijn oordeel over de kwestie. Dat betreft een voorlopig oordeel. Een Voorzieningenrechter loopt namelijk vooruit op het oordeel van de rechter in de (hierop volgende) bodemprocedure.

Voorwaarden voor een kort geding

Het karakter van het kort geding geeft dat niet elk geschil ervoor geschikt is. Vanwege de snelheid van de procedure gelden volgens art. 254 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de volgende voorwaarden:

  • Geschiktheid: een geschil tussen partijen kan niet feitelijk te veel omvattend of juridisch te complex zijn. Is dat het geval, dan is de zaak niet “geschikt”;
  • Spoedeisend belang: de situatie dient zodanig te zijn dat direct ingrijpen noodzakelijk is. Een bodemprocedure zal daarvoor te lang duren;
  • Maatregel: het spoedeisende belang vereist een zgn. “onmiddellijke voorziening bij voorraad”. Deze voorlopige voorziening kenmerkt zich als een ordemaatregel zoals een ge- of verbod (eventueel van tijdelijke aard).

Het spoedeisend belang en de voorlopige voorziening (de eis) worden hieronder toegelicht.

Spoedeisend belang

Er moet sprake zijn van een (onrechtmatige) toestand die snelle maatregelen vereist. Denk bijvoorbeeld aan een langdurige lekkage in een gebouw, waardoor muren, leidingen en/of de fundering (verder) worden aangetast zodat direct ingrijpen noodzakelijk is.
Of sprake is van een dergelijke spoedeisende onrechtmatige toestand, zal afhangen van alle feiten en omstandigheden in het specifieke geval. Wel volgt uit vaste rechtspraak dat in de aard van de vordering tot opheffing van een onrechtmatige toestand de spoedeisendheid ligt besloten.

De eis

De voorlopige voorziening die een eisende partij vordert, kan inhouden dat gebreken worden hersteld en/of dat de inmiddels opgetreden gevolgschade door de eigenaar wordt weggenomen. Hierbij kan een deadline worden gesteld waarvoor herstelwerkzaamheden moeten zijn aangevangen of afgerond. Al dan niet op straffe van een dwangsom. Tevens kan in rechte de betaling van de verwachte herstelkosten worden gevorderd. Dat kan bij wijze van een voorschot. LET OP! Bij het starten van een procedure geldt het adagium, “wie stelt, die bewijst”. De VvE zal daarom de relevante feiten en omstandigheden van de zaak moeten onderbouwen en waar nodig moeten aantonen. Veel belang kan dan ook worden toegekend aan een onafhankelijk en deskundig onderzoek naar de toedracht, omvang en de verwachte kosten van de schade. Het is aan te bevelen tijdig een inspectierapport te laten opstellen.

Advocaat Vve-recht

Wilt u meer weten over het opheffen van een schade veroorzakende situatie? Aarzelt u dan niet om contact op te nemen met een gespecialiseerd VvE-recht advocaat van Flinck Advocaten op telefoonnummer 020 – 26 10 234 of per e-mail: [email protected].

Flinck Advocaten

Advocaat

Bij Flinck Advocaten houden we ons met name bezig met het procederen en adviseren op het gebied van ondernemingsrecht, vastgoedrecht, verbintenissenrecht, beslag, executie en faillissementsrecht.