Wanprestatie en overmacht (force majeure) in crisistijd

Geplaatst door: Mathieu Vreeswijk

De economische gevolgen door de Covid-19 crisis zijn onvermijdelijk. Veel ondernemers vragen zich af of ze zich nog kunnen houden aan contractuele afspraken. Mag je een overeenkomst ontbinden nu er geen leveringen plaats vinden? Of ben je schadeplichtig in deze omstandigheden als er sprake is van overmacht? In deze bijdrage bespreekt advocaat mr. Mathieu Vreeswijk de wettelijke overmacht regeling, wanprestatie en eventuele overmacht (force majeure) die ontstaan door de Covid-19 crisis.

Wanprestatie en schadevergoeding, artikel 6:74 BW

Wanneer niet (tijdig) kan worden nagekomen schiet een partij tekort in de nakoming van een verbintenis. Het tekortschieten in de nakoming van een verbintenis, ook wel wanprestatie genoemd, heeft diverse juridische gevolgen. Zo kan een partij die zich met een wanprestatie geconfronteerd ziet nakoming vorderen, maar er in de regel ook voor kiezen om de overeenkomst te ontbinden. In beide gevallen bestaat een vordering uit hoofde van schadevergoeding ex artikel 6:74 BW voor zover de tekortkoming is toe te rekenen. De partij die toerekenbaar tekortschiet zal in beginsel de schade die de andere partij als gevolg daarvan lijdt moeten vergoeden.

Overmacht, artikel 6:75 BW

De schuldenaar die tekortschiet kan zich in sommige gevallen verweren met een beroep op overmacht. Het antwoord of een partij zich kan beroepen op overmacht hangt in de eerste plaats af van wat partijen daarover zijn overeengekomen. De meeste commerciële contracten bevatten een bepaling die de omvang en de gevolgen van overmacht regelt. Bij gebreke van een contractuele regeling is het antwoord te vinden in de wet. De wettelijke regeling luidt als volgt:

‘Een tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt’

Uit deze regel volgt dat wanneer een partij niet kan nakomen als gevolg van feiten of omstandigheden die buiten zijn schuld of risicosfeer vallen, de tekortkoming niet aan hem kan worden toegerekend. Als gevolg van het niet toerekenbaar zijn van de tekortkoming bestaat er ook geen verplichting meer tot schadevergoeding. Daarnaast zal de andere partij ook geen nakoming kunnen vorderen. Kortweg behoeft de schuldenaar niet meer te presteren en raakt hij niet schadeplichtig in geval van overmacht.

Levert Covid-19 overmacht op?

Of en in hoeverre in een bepaalde contractuele relatie de maatregelen rondom Covid-19 overmacht opleveren, kan niet in het algemeen gezegd worden. Dat zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld, waarbij ten minste het volgende moet worden nagegaan:

  • Is nakoming (redelijkerwijs) nog mogelijk?
  • Binnen wiens risicosfeer ligt de onmogelijkheid?
  • Was de onmogelijkheid te overzien, ten tijde van contracteren?
  • Is het risico van overmacht contractueel bij een van de partijen neergelegd?

Ontbinding bij overmacht

Wanneer een overmacht situatie zich voordoet en een debiteur niet (tijdig) kan nakomen dan heeft de schuldeiser onverminderd het recht om de overeenkomst te ontbinden. De wet bepaalt immers dat iedere tekortkoming in de nakoming de mogelijkheid tot ontbinding geeft, tenzij de omvang de bijzondere aard of geringe betekenis de ontbinding en haar gevolgen niet rechtvaardigt. Er is derhalve geen toerekenbaarheid van de tekortkoming vereist. Tijdens een situatie van overmacht is het goed denkbaar dat een debiteur zijn contractuele aanspraken verliest.

Meer informatie?

Heeft u nog vragen over overmacht of wilt u advies over uw persoonlijke omstandigheden? Neem dan contact op met een gespecialiseerde advocaat verbintenissenrecht via 020 – 26 10 234 of via e-mail: [email protected]