De verklaringsprocedure in de executoriale fase

Geplaatst door: Willem van Agt

Wanneer je wederpartij ondanks een veroordelend vonnis de vordering niet betaalt, dan kun je executoriaal beslag leggen om de vordering te verhalen. Dat kan bijvoorbeeld door beslag te leggen onder een derde partij. Deze derde dient vervolgens te verklaren of er iets verschuldigd is aan degene ten laste van wie beslag is gelegd. Als deze derde vervolgens niet wil verklaren of een verklaring geeft die niet klopt of lijkt te kloppen, kan dat behoorlijk frustrerend zijn. Je wilt immers je vordering betaald krijgen. De verklaringsprocedure is de procedure die dan kan worden gevoerd, om de derde alsnog te dwingen te verklaren of de verklaring te herzien.

Executoriaal derdenbeslag

Executoriaal beslag leggen onder een derde kan een sterk middel zijn om je vordering betaald te krijgen. Bijvoorbeeld onder een derde waarvan je verwacht dat die nog iets verschuldigd is aan jouw wederpartij (de geëxecuteerde). De meest voorkomende vormen van beslag onder derden zijn het loonbeslag (onder de werkgever), het bankbeslag (onder de bank) of op huurpenningen (onder een huurder). Indien het beslag doel treft, moet die derde onder het beslag betalen aan de beslaglegger. De derde mag niet meer betalen aan de geëxecuteerde.

De derde moet daarom een verklaring afleggen of het beslag doel heeft getroffen of niet.

Derde verklaart niet

Wanneer de derde helemaal geen verklaring aflegt, kun je als beslaglegger op grond van artikel 477a lid 1 Rv. deze derde dagvaarden tot betaling van het bedrag waarvoor het beslag is gelegd als ware deze derde de schuldenaar zelf zou zijn. Dit is dus een sterk drukmiddel om alsnog de verklaring af te dwingen. De derde kan in deze procedure dan alsnog een verklaring doen, maar hij moet dan wel de door zijn nalatigheid gemaakte kosten vergoeden.

De beslaglegger krijgt dan dus of alsnog een verklaring (tegen betaling van de gemaakte kosten) of de beslaglegger kan zijn vordering zelfs verhalen op deze derde door het verkrijgen van een veroordelend vonnis daartoe.

Derde verklaart wel, maar je bent het niet eens met verklaring

Wanneer de derde wel een verklaring aflegt, maar je bent het er als beslaglegger niet mee eens, dan kun je als beslaglegger op grond van 477a lid 2 Rv. deze verklaring geheel of ten dele betwisten danwel aanvulling daarvan eisen. Bijvoorbeeld omdat je over informatie beschikt dat er wel een arbeidsrelatie of een huurovereenkomst bestaat. Of omdat je over een bankafschrift beschikt. Dit moet door het uitbrengen van een dagvaarding binnen twee maanden na ontvangst van de verklaring. Deze termijn is een vervaltermijn. Dit betekent dat te laat ook echt te laat is.

In deze procedure moet je als beslaglegger bewijzen dat de verklaring onjuist of onvolledig is en kan de derde worden veroordeeld zijn verklaring te herzien en tot betaling of afgifte van hetgeen volgens de vaststelling door de rechter aan de beslaglegger toekomt.

De beslaglegger krijgt dan dus alsnog een juiste verklaring en de derde wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag dat volgens de rechter door het beslag geraakt is.

Beslag onder een derde kan een sterk middel zijn om je vordering te verhalen. Dus kan een verklaringsprocedure een nuttig en sterk drukmiddel zijn om daarbij te helpen.

Meer informatie?

Wilt u meer informatie over het beslag- of executierecht of heeft u hulp nodig bij het verhalen van uw vordering en het executietraject? Of wordt u juist als derde geconfronteerd met een beslag of een beslaglegger die uw verklaring betwist? Neem dan vrijblijvend contact op met Flinck Advocaten via 020 – 26 10 234 of per e-mail: [email protected].