De precontractuele fase en het afbreken van onderhandelingen

Geplaatst door: Vincent Melens

De precontractuele fase is de periode voorafgaand aan het moment dat de overeenkomst tot stand komt. Op dat moment zijn partijen nog met elkaar in onderhandeling over de (exacte) inhoud van de overeenkomst. Een handtekening is nog niet gezet. Hoewel er op dat moment dus nog geen sprake is van een overeenkomst, gelden er op dat moment wel bijzondere regels. Een voorbeeld hiervan is in sommige gevallen de verplichting tot het betalen van schadevergoeding bij het afbreken van de onderhandelingen. Advocaat Vincent Melens van Flinck Advocaten over de precontractuele fase en het afbreken van onderhandelingen.

De onderhandelingsfase: redelijkheid en billijkheid

Voordat een overeenkomst wordt gesloten zijn partijen met elkaar in onderhandeling. Ook in deze fase ontstaat er tussen partijen een rechtsverhouding. In deze rechtsverhouding speelt de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:2 lid 1 BW) een belangrijke rol. Uit deze redelijkheid en billijkheid volgt dat partijen rekening moeten houden met elkaars belangen. Onder omstandigheden kan dat betekenen dat het afbreken van onderhandelingen onaanvaardbaar is als daarvoor geen goede reden bestaat.

Wanneer is afbreken onaanvaardbaar?

In het standaardarrest van de Hoge Raad over dit onderwerp (CBB/JPO) is bepaald dat contractsvrijheid voorop staat, tenzij het afbreken van onderhandelingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Maar wanneer is afbreken onaanvaardbaar? Daarvan is sprake:

  • als een van de partijen het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat de overeenkomst tot stand zou komen; of
  • op grond van andere omstandigheden van het geval.

In de praktijk zal het dus moeten gaan om een specifieke verwachting die de wederpartij heeft laten ontstaan: een verwachting dat een overeenkomst tot stand zou komen.

Wat zijn de mogelijkheden?

De vraag is vervolgens wat de mogelijkheden zijn als de onderhandelingen op onaanvaardbare wijze worden afgebroken. In de regel zijn er twee mogelijkheden: schadevergoeding of door onderhandelen.

Schadevergoeding (positieve en negatieve contractsbelang)

In het geval van schadevergoeding moet er een onderscheid worden gemaakt tussen het positieve contractsbelang en het negatieve contractsbelang. Bij het positieve contractsbelang betekent dit dat een partij in de situatie wordt gebracht waarin hij had verkeerd als de overeenkomst wél tot stand was gekomen. Het gaat dan om een vergoeding van de gederfde winst. In de praktijk zijn rechters bijzonder terughoudend bij het toewijzen van het positieve contractsbelang als schadevergoeding. Om deze reden draait het in de praktijk vaak om de vraag of het negatieve contractsbelang vergoed moet worden. In dat geval moet de contractspartij weer in de (denkbeeldige) situatie worden gebracht dat de onderhandelingen nooit hadden plaatsgevonden. Het gaat dan vaak om een vergoeding van de gemaakte (onderhandelings)kosten voor bijvoorbeeld adviseurs of deskundigen.

Vordering tot dooronderhandelen

Afgezien van de vordering tot schadevergoeding kan er ook een bevel tot voortzetting van de onderhandelingen worden ingesteld (artikel 3:296 BW). Hoewel dit tot de (juridische) mogelijkheden behoort, wordt dit in de praktijk vaak als een lastige route beschouwd. Een dergelijke mogelijkheid is alleen goed denkbaar als de uitkomst van de onderhandelingen (in grote mate) vastligt.

Meer informatie?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen over afgebroken onderhandelingen? Of wilt u meer informatie hebben over aansprakelijkheid in de precontractuele fase? Aarzel dan niet om contact op te nemen met mr. Vincent Melens van Flinck Advocaten op telefoonnummer 020 – 26 10 234 of per e-mail: [email protected]