De maatschap

Geplaatst door: Vincent Melens

Veel advocaten, notarissen en belastingadviseurs ondernemen in een maatschap. Ook veel huisartsen, fysiotherapeuten, tandartsen en (medische) specialisten hebben hun samenwerking ingericht in de vorm van een maatschap. Waarom kiezen deze (vrije) beroepsbeoefenaars voor de maatschap? En wat zijn de juridische gevolgen van keuze voor een maatschap? Ondernemingsrecht advocaat mr. Vincent Melens van Flinck Advocaten over de maatschap, aansprakelijkheid en de onderwerpen die in een maatschapsovereenkomst geregeld (kunnen) worden. 

De wet kent drie contractuele samenwerkingsvormen die nauw met elkaar samenhangen, maar toch op een paar essentiële punten van elkaar verschillen: de maatschap, de vennootschap onder firma (‘vof’) en de commanditaire vennootschap (‘cv’).

Van oudsher maakt de wet een onderscheid tussen de uitoefening van een beroep (zoals een arts, fysiotherapeut en tandarts) en een bedrijf. Ziet de samenwerking op de uitoefening van een ‘beroep’ dan wordt deze samenwerkingsvorm een maatschap genoemd. Gaat het echter om de uitoefening van een ‘bedrijf’ dan wordt deze samenwerking aangemerkt als een vof.

De maatschap

Artikel 7A:1655 BW luidt:

“Maatschap is eene overeenkomst, waarbij twee of meerdere personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel met elkander te deelen.”

Hieruit blijkt dat een maatschap door drie elementen wordt gekenmerkt:

  • een overeenkomst; waarbij
  • iets in gemeenschap wordt gebracht;
  • met het oogmerk om het voordeel met elkaar te delen.

Deze inbreng kan bestaan uit geld, goederen, genot van goederen en arbeid.

De maatschapsovereenkomst

Vaak wordt de samenwerking tussen de maten vastgelegd in een maatschapscontract of maatschapsovereenkomst. Dit is echter niet noodzakelijk. Het kan dus gebeuren dat partijen een maatschap zijn aangegaan, zonder dat zij hun afspraken hierover op papier hebben gezet. Het omgekeerde wil zich ook nog wel eens voordoen. In de jurisprudentie zijn de nodige voorbeelden te vinden waar partijen op papier een ‘maatschap’ zijn aangegaan, terwijl er in de praktijk sprake was van een arbeidsovereenkomst met als doel om ontslagbescherming te omzeilen.

Onderwerpen die in een maatschapscontract geregeld (kunnen) worden zijn:

  • Duur van de maatschapsovereenkomst
  • Doel van de maatschap
  • Verdeling van de taken en bevoegdheden
  • Verdeling van winst en verliezen
  • Toe- en uittreding van de maten

Onbepaalde tijd?

In de regel wordt een maatschapsovereenkomst aangegaan voor onbepaalde tijd. Dit is echter geen voorwaarde. Partijen kunnen ook overeenkomen dat de maatschap na een bepaalde tijd eindigt. Partijen kunnen zelfs afspreken dat de maatschapovereenkomst duurt voor de duur van een bepaald project. In de regel kan een dergelijke overeenkomst voor bepaalde tijd niet worden opgezegd.

Aansprakelijkheid

De maatschap is geen rechtspersoon. Dit betekent dat alle maten aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. In tegenstelling tot een vof, waarbij de vennoten aansprakelijk voor de gehele schuld van de vof, zijn de maten (slechts) aansprakelijk in gelijke delen. Dit leidt ertoe dat de aansprakelijkheid van de vennoten van een vof verder reikt dan de aansprakelijkheid van de maten van een maatschap.

Einde maatschap

Een maatschap kan eindigen door het verstrijken van de termijn waarvoor de samenwerking is aangegaan. Daarnaast kunnen de maten door opzegging een eind te maken aan de samenwerking. De wet bepaalt verder dat een maatschap eindigt door dood, curatele of faillissement van een van de maten. Vaak wordt er in een maatschapscontract geregeld dat de maatschap ook ten aanzien van een van de maten kan worden opgezegd. Dit wordt uitstoting genoemd. In de regel zal bepaald worden dat dit slechts kan indien een dringende reden daartoe aanleiding geeft.

Het einde van de overeenkomst betekent echter niet automatisch dat partijen niets meer met elkaar te maken hebben. Uit de maatschapsovereenkomst kunnen verplichtingen voortvloeien die ook voortduren na het einde van de overeenkomst. Gedacht kan worden aan een non-concurrentiebeding dat is opgenomen in het maatschapscontract. Ook als partijen daar geen (expliciete) afspraken over gemaakt hebben, kan er sprake zijn van een concurrentieverbod. In de jurisprudentie is bepaald dat concurrerende activiteiten in strijd kunnen zijn met de eisen van redelijkheid en billijkheid.

Voortzetting of vereffening

In de regel eindigt een maatschap door het uittreden van een van de maten. Dit is anders als partijen afspraken hebben gemaakt over voorzetting van de maatschap. Dit wordt een voortzettingsbeding genoemd.

Hebben partijen geen afspraken gemaakt over voortzetting, dan zal de ontbonden maatschap vereffend moeten worden. In de praktijk zal dit betekenen dat de crediteuren worden voldaan en het resterende vermogen verdeeld wordt onder de maten, met inachtneming van hun inbreng en de afspraken die zijn gemaakt over winstverdeling.

Meer informatie?

Wilt u meer informatie over een maatschap, of het opstellen van een maatschapscontract? Aarzelt u dan niet om contact op te nemen met ondernemingsrecht advocaat mr. Vincent Melens van Flinck Advocaten op telefoonnummer 020 – 26 10 234 of per e-mail: [email protected]