Retentierecht aannemer, zo werkt het

Geplaatst door: Mathieu Vreeswijk

Het retentierecht is een machtig wapen voor de aannemer die onbetaald is gebleven. Het retentierecht is neergelegd in artikel 3:290 BW en houdt in: de bevoegdheid die aan een schuldeiser toekomt om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten, totdat zijn vordering wordt voldaan. In de bouw betekent dat voor de aannemer de bevoegdheid om de bouwplaats onder zich te houden totdat zijn vordering is betaald. Advocaat mr. Mathieu Vreeswijk van Flinck advocaten legt uit hoe een aannemer het retentierecht kan uitoefenen en waar hij op moet letten. 

Hoe oefen je precies een retentierecht uit over een bouwplaats?

De wet bepaalt dat het retentierecht eindigt doordat de (onroerende) zaak weer in de macht komt van de schuldenaar of rechthebbende. Voor de uitoefening van het retentierecht is het dus noodzakelijk om feitelijke macht uit te blijven oefenen over de bouwplaats. Dat kan op verschillende manieren. Het omheinen van de bouwplaats met hekken en het achterhouden van de sleutels is het meest vergaand. In sommige gevallen kan het ook voldoende zijn om enkel het slot van de toegangsdeur te vervangen en de sleutels achter te houden.

In de jurisprudentie is bepaald dat het moet gaan om:

Het uitoefenen van een zodanige feitelijke macht over de zaak, dat de zaak voor de schuldenaar of derde ontoegankelijk is, waarbij die situatie een normaal gevolg is van de uitvoering van de aannemingsovereenkomst

Het vorenstaande brengt mee dat:

(a) de zeggenschap die de aannemer over de teruggehouden zaak heeft, moet voortvloeien uit haar op dat moment lopende werkzaamheden ter uitvoering van de aannemingsovereenkomst;

(b) deze zeggenschap de toegang (door de schuldenaar of rechthebbende) tot de teruggehouden zaak moet betreffen; en

(c) deze zeggenschap exclusief aan de retentor (aannemer) moet toekomen.

Exclusieve controle hebben en houden over de toegang tot de bouwplaats

Het vereiste uitoefenen van feitelijke macht over de bouwplaats vereist dat het de retentor (aannemer) is die kan bepalen wie toegang heeft tot de teruggehouden zaak. Als een zodanige zeggenschap mist of gaandeweg komt te ontbreken, kan de aannemer zijn retentierecht niet uitoefenen. Zie daarvoor een duidelijke rechten arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Het is dus van groot belang dat de aannemer in eerste instantie als enige de zeggenschap heeft over de toegang tot de bouwplaats en daarbij is het van belang dat die zeggenschap wordt behouden. Het is dan ook onverstandig om ongecontroleerd derden, zoals bijvoorbeeld andere (onder)aannemers, de toegang te verschaffen tot de bouwplaats wanneer de aannemer het retentierecht wilt behouden.

Heeft u nog vragen over het uitoefenen van het retentierecht, of wordt u als aannemer geconfronteerd met onbetaalde termijnen en wilt u het retentierecht uitoefenen, neem dan contact op met advocaat vastgoedrecht Mathieu Vreeswijk van Flinck Advocaten op telefoonnummer 020 – 26 10 234, of per e-mail: [email protected]